
Spreekwoorden: (1914)
Van den hogen boom (af)teren,d.i. op zorgelooze wijze zijn geld verteren, verkwisten; zijn kapitaal opeten. In eigenlijken zin moet deze zegswijze beteekenen uit een vat teren, waarin de boom, d.i. de bovenste laag, hoog staat, dus: teren van overvloed. Dat boom deze beteekenis had en derhalve de sa...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Van den hogen boom (af)teren,d.i. op zorgelooze wijze zijn geld verteren, verkwisten; zijn kapitaal opeten. In eigenlijken zin moet deze zegswijze beteekenen uit een vat teren, waarin de boom, d.i. de bovenste laag, hoog staat, dus: teren van overvloed. Dat boom deze beteekenis had en derhalve de sa...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.